Moest hij op een dag winnaar van het groot lot zijn, zou geen haar op zijn hoofd eraan denken om zijn werk aan de kant te schuiven. “Dus u zou ‘neen’ zeggen tegen een luilekkerleven in de Bahama’s?” “Goh, tegen de Bahama’s an sich misschien niet, maar ik zou zonder twijfel op zoek gaan naar Bahamaanse patiënten.” Jawel, Dirk De Wachter, de Nick Cave der psychiaters. Zijn fascinatie voor het menselijke dier en zijn lotgevallen kent geen grenzen. Met zijn scherpe blik analyseert hij onze samenleving en weet hij als géén ander dat het niet al goud is dat blinkt. Want achter het zichtbare schuilt heel wat onzichtbaars. Iets waar hij nóg méér bewust van werd door zijn jarenlange praktijkervaring als psychiater.
Van een vreemde paradox gesproken. We zien waanzinnig véél geluk rondom ons maar tegelijkertijd blijft de wachtlijst voor de psychiatrie aandikken.
Inderdaad, volgens de geluksbarometer scheert België hoge toppen maar tegelijkertijd zijn de wachtlijsten in de psychiatrie ellen(dig)lang. Zoveel mensen die moeilijkheden ervaren en er zelfs ziek van worden. Het leven als één groot schouwspel terwijl mijn praktijk zich dagdagelijks met betraande ogen vult. Is die illusie van nóg gelukkiger, nóg mooier, nóg succesvoller, nóg straffer … wel zo goed voor de wereld? Kunnen we niet leren om wat échter, wat kwetsbaarder, wat minder fantastisch door het leven te stappen? Wordt het niet eens tijd om de gewonigheid van het leven te omarmen en daar ook tevreden mee te zijn?
Ik ben helemaal niet tegen sociale media maar pleit wel voor een andere omgang ermee. Hoewel we àllemaal met tegenslagen te maken krijgen, straalt de gemiddelde Facebookpagina een heel andere teneur uit. Alsof alles “WAUW” is, alsof het leven uit één grote aaneenschakeling van leukigheid en toffigheid bestaat. En in werkelijkheid staat het huilen hen nader dan het lachen.
Als onze communicatie enkel maar via technologie verloopt, dan is er een probleem. Beeldschermen zijn namelijk niet de echte ogen, dat zijn afgeschermde ogen. Ik pleit er dan ook ten volle voor om elkaar in de ogen te kijken, om naar elkaar te luisteren, om elkaar eens goed vast te pakken en elkaars vel te voelen. Da’s een essentiële behoefte voor de menselijke soort.
Dus kom vanachter dat scherm vandaan, ga op café en prààt met elkaar. Dit geldt niet alleen voor de jeugd maar ook voor mensen van mijn generatie. Nog steeds verbaas ik mij over koppels of vrienden die samen uit eten gaan en elkaar geen blik gunnen. Want hun blik is versmolten met de wereld op hun schermpje.
Komt het erop neer dat we verleerd zijn om die vraag te stellen die er écht toe doet: “Hoe gaat het nu eigenlijk met u?”?
Jazeker. Het is een probleem van deze tijd. We leven in een selfiecultuur waarin het individualisme en de ikkigheid centraal staan. Mensen luisteren te weinig oprecht naar elkaar. Daardoor krijgen de verdrietigheden des levens geen plaats, stapelen de emoties zich op en puilen de agenda’s van psychologen en psychiaters uit. Mensen zouden veel meer bij elkaar terecht moeten kunnen.
Het is zo ontzettend belangrijk dat mensen hun hart kunnen luchten. Dat er bewust tijd vrijgemaakt wordt om met volle aandacht naar elkaars verhalen te luisteren. Waarachtig contact stimuleert verbondenheid. Omring je daarom met mensen waarop je kan vertrouwen en verberg je niet achter je “everyday happy”-masker. Spreek je twijfels uit, vertel over de zorgen die door je hoofd spoken, laat het er allemaal eens uit. En stop met de lastigheden van het bestaan te ontkennen want werkelijk iedereen krijgt opdoffers te verwerken.
Zelfs die mensen waarvan we denken dat ze het allemaal voor elkaar hebben, dat ze enkel maar voorspoed lijken te kennen en al huppelend door het leven gaan.
Wees maar zeker. Er is geen enkele sociale groep of beroepsgroep die kan ontsnappen aan de grillen van het leven. Zo kan ook de succesvolle zakenman vastlopen in zijn persoonlijke miserie. En kan ook de ernstig zieke mens zijn lijden met waardigheid trotseren. Het is dus belangrijk om voorbij de oppervlakte te kijken. Mensen trekken grote ogen als ik hen erop wijs dat er psychiaters zijn die een afspraak bij een psychiater boeken. Ah ja, psychiaters zijn toch ook maar mensen, zeker?
Je ziet heel wat geknakte zielen, gebroken harten en psychisch blauwe plekken passeren.
Met welke soort bril kijk jij dan naar de wereld?
Eerder met een kritische. Ik word immers dagdagelijks met mijn neus op de feiten gedrukt. Zoveel mensen die gebukt gaan onder het leven, dat is een schrijnend gegeven. Ik wil daar iets aan doen en daarom steek ik mijn nek uit. Ik zaag dus niet om te zagen maar omdat ik geloof dat mijn woorden iets kunnen betekenen. Ik zeg dit zonder naast mijn schoenen te willen lopen. Als mensen mijn kritiek kunnen gebruiken om zich ten volle te engageren, dan ben ik geslaagd in mijn missie. Het doet mij dan ook veel plezier dat ik niet alleen weerklank vind bij generatiegenoten maar ook bij jonge mensen. Ze denken na over wat ik zeg en nemen daar positieve initiatieven in. Dat stemt mij enorm hoopvol.
Ondertussen zit je ongeveer dertig jaar in het vak. Hoe evalueer je jezelf over al die jaren heen? Is je blik verruimd?
Ik word eigenlijk altijd beter (lacht). Het is gewoon een feit dat ik ondertussen bakken levenservaring heb opgedaan. Door veel te werken en zo’n grote verscheidenheid van mensen met elk hun eigen levensverhaal te ontmoeten, durf ik te stellen dat ik misschien wel een beetje wijzer geworden ben. Toen er tijdens mijn prille pyschiaterjaren een echtpaar met relationele problemen op consultatie kwam, kon ik mijn wenkbrauwen wel eens fronsen: “wat weet ik hier nu van?” Maar ondertussen ben ik gevormd door de jaren op mijn teller. Ik kijk breder, met méér in het achterhoofd. Jawel, in dit vak is ouder worden een cadeau.
Je begon je carrière als psychiater achter de schermen en kwam opeens terecht in de publieke sfeer. Je loopt dus erg in de kijker. Hoe ga je daar mee om?
Dat is niet altijd even evident geweest maar doorheen de jaren heb ik daar een evenwicht in gevonden. Ik zie erop toe dat ik respectvol en voorzichtig spreek maar tegelijkertijd toch kan zeggen wat ik wil zeggen. Psychiatrie is echter een heel complex vak. Mijn doel is om de complexiteit van de psychiatrie begrijpbaar te maken voor een groot publiek. Zonder daarbij in simpliciteit te vervallen. Het voelt een beetje als mijn plicht om de psychiatrie met een menselijk gelaat naar buiten te brengen.
Wie is Dirk De Wachter, wèg van de spotlights? Waarvan gaan je ogen spontaan glunderen?
Ik heb een enorm drukke agenda dus ik geniet er des te meer van om thuis te komen. Verdwalen in mijn bibliotheek en mij la
ten meevoeren op het ritme van de muziek. Maar ook thuiskomen bij mijn geliefde, verwacht worden, een gevoel van “samen” kunnen koesteren. Dàt is het ware leven.
Tekst: House of Bells - in opdracht van MarkantMagazine
Fotograaf: Gijs Hagelsteens
Comments